Skip to content

Maatschappelijk rendement

Calibris Advies creëert in de zorgsector kansen voor mensen die zelf moeilijk aan het werk kunnen komen. Wij richten ons daarbij op verschillende doelgroepen, zoals mensen met een (bijstands)uitkering en voortijdig schoolverlaters.

Onze projecten leveren op verschillende manieren waarde op: opleiden van nieuwe werknemers voor zorgorganisaties, voortijdig schoolverlaten wordt tegengegaan, werknemers worden bijgeschoold om op een hoger niveau te werken en het werk dat ze doen is belangrijk en waardevol.

Maar hoe is de waarde zichtbaar te maken als iemand, dankzij een project van Calibris Advies, een opleiding volgt, een diploma behaalt of een baan vindt?

Hiervoor hebben we een methode ontwikkeld om ons maatschappelijke rendement in kaart te brengen. Hiermee maken we inzichtelijk wat onze projecten de maatschappij opleveren – niet alleen in aantallen opleidingen en banen, maar vooral ook de financiële impact voor Nederland. Dit noemen wij de ‘harde’ effecten.

Dit betekent concreet dat we de waarde berekenen van:

het behalen van een diploma (op een hoger opleidingsniveau);

het hebben van werk in plaats van een (bijstands)uitkering.

Hoewel onze meetmethode niet gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek, is 90% van de toegepaste cijfers afkomstig van publicaties en de database van het CBS en DUO. Deze achten we ruim voldoende betrouwbaar.

Wat is waarde?

Wie een hoger opleidingsniveau behaalt, vergroot de kans op het krijgen van een baan. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de persoon in kwestie, maar ook voor de rest van de maatschappij. Zo worden maatschappelijke kosten bespaard, want de kans wordt kleiner dat deze persoon een beroep moet doen op een (bijstands)uitkering. Ook verdient iemand met een hoger opleidingsniveau in het algemeen een hoger salaris, waarbij we er vanuit gaan dat een deel terugvloeit naar de maatschappij: de persoon in kwestie kan meer uitgeven, wat de economie stimuleert, en draagt meer bij met belastingen.

De waarde die we berekenen voor het effect van onze projecten, bestaat uit een combinatie van de besparing op een (bijstands)uitkering en het hogere bedrag dat terugvloeit naar de maatschappij.

Persona’s

De deelnemers aan onze diverse trajecten komen uit verschillende situaties. We hebben die in kaart gebracht met ‘persona’s’: fictieve personen die een specifieke situatie vertegenwoordigen. We gebruiken deze persona’s om verschillende waarden te berekenen – deze noemen we ‘kengetallen’. De kengetallen die we in onderstaande infographics hebben weergegeven, laten de waarden van de situaties ten opzichte van elkaar zien. De kengetallen zijn per persoon en op jaarbasis.

Rekenvoorbeelden

Rekenvoorbeeld van Aysel naar Sandra naar Tom: waarde van een (bijstands)uitkering naar BBL entree-diploma en werk

In de infographic is de situatie van Aysel te zien: zij ontvangt langer dan 2 jaar een bijstandsuitkering. We vergelijken haar situatie met die van Sandra, die al een BBL mbo entree opleiding heeft gevolgd en haar diploma heeft behaald. We zien dat Sandra in het jaar 2016 50% kans heeft om na het behalen van haar diploma een baan te vinden. Sandra zou naar verwachting € 23.108,- op jaarbasis verdienen.

Door de baankans en het mogelijke salaris van Sandra af te zetten tegen de kosten van een (bijstands)uitkering, kunnen we berekenen wat de maatschappelijke waarde is als Aysel doorstroomt naar een mbo- entree-diploma, en dus in dezelfde situatie als Sandra terecht komt.

We zien dan dat een dergelijk traject een maatschappelijke waarde van € 15.714,- oplevert.

Op het moment dat Aysel na het behalen van haar diploma ook daadwerkelijk een baan vindt en in de situatie van Tom terecht komt, zien we dat dat een maatschappelijke waarde van € 17.451 oplevert. In totaal is het rendement van Aysel als zij via een entree-diploma een baan op entree-niveau vindt € 15.714,- + € 17.451 = € 33.165.

Rekenvoorbeeld van Ming naar Henk: waarde van BBL diploma niveau 2 naar BBL diploma niveau 3

In de infographic is de situatie van Ming te zien: zij heeft een mbo-diploma BBL niveau 2 op zak. Stel Ming doet een vervolgopleiding op niveau 3. We vergelijken haar situatie dan met die van Henk, die al een mbo-diploma BBL niveau 3 heeft behaald. We zien dat Henk zowel hogere kans heeft op het vinden van een baan als op een hoger salaris. In het jaar 2016 had Ming 86% kans om na het behalen van haar diploma een baan te vinden; voor Henk was dat 94%. Ming zou naar verwachting € 25.110,- op jaarbasis verdienen; voor Henk zou dat € 31.114,- zijn.

Door de baankansen, mogelijke salarissen en de kosten van een (bijstands)uitkering tegen elkaar af te zetten, kunnen we berekenen wat de maatschappelijke waarde is als Ming een mbo-diploma BBL niveau 3 haalt, dus in dezelfde situatie als Henk terecht komt.

We zien dan dat een dergelijk traject een maatschappelijke waarde van € 6.588,- oplevert.

Rekenvoorbeeld: Waarde van BBL opleiding niveau 2 naar niveau 3

We gaan er in het vorige rekenvoorbeeld vanuit dat Ming daadwerkelijk het diploma behaalt. Als we gedurende het project alleen willen berekenen wat de maatschappelijke waarde is van het volgen van een opleiding, terwijl het nog niet zeker is of het diploma werkelijk behaald wordt, dan nemen we het slagingspercentage als uitgangspunt: aangezien 76% van de deelnemers slaagt, vermenigvuldigen we de waarde van het hogere niveau met dit percentage. De eerder berekende waarde bij het behalen van een mbo-diploma BBL niveau 3 is € 6.588,-. Het maatschappelijk rendement als de opleiding nog niet is afgerond, is dan:

0,76 * € 6.588,- = € 5.007,-

Rekenvoorbeeld van Ming naar Omar: Waarde van baan niveau 2

Als we willen berekenen wat de maatschappelijke waarde is als Ming direct na het behalen van haar diploma een baan zou vinden, vergelijken we haar situatie met die van Omar. Omar heeft een fulltime baan op niveau 2 met een startsalaris van € 25.110,26 per jaar.

Ming is daarentegen nog werkzoekende: zij heeft 86% kans op het vinden van een baan. Als het Ming niet lukt een baan te vinden en zij een uitkering moet aanvragen, is haar jaarinkomen € 11.793,48; aanzienlijk minder dan haar mogelijke startsalaris zoals we die bij Omar zien. Aangezien deze (bijstands)uitkering de maatschappij geld kost, is dit een negatief getal dat van het maatschappelijke rendement wordt afgetrokken. De kans dat Ming deze uitkering aan moet vragen is 14%.

Door de baankansen, mogelijke startsalarissen en de kosten van een (bijstands)uitkering tegen elkaar af te zetten, kunnen we de waarde berekenen als Ming – net als Omar – direct een baan zou vinden:

25.110,26 – ((0,86 * 25.110,26) + (0,14 * -11.793,48)) = € 5.167,-

  • In dit onderzoek nemen we de mbo-niveaus Entree (voorheen niveau 1), 2 en 3 in beschouwing.
  • Het afronden van een Entree-opleiding levert geen startkwalificatie op, maar biedt wel de mogelijkheid om de deelnemer naar werk te begeleiden of te stimuleren om door te stromen naar niveau 2.
  • Binnen het mbo kan onderscheid gemaakt worden tussen een beroepsopleidende leerweg (BOL) en een beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
  • De meeste deelnemers aan de projecten van Calibris Advies volgen de BBL opleiding.
  • Het uitgangspunt bij de berekeningen is dat een BOL-deelnemer jonger is dan 21 jaar en een BBL-deelnemer ouder dan 21 jaar. Dit is vooral relevant omdat een uitkering hoger wordt als iemand ouder dan 21 is.
  • In de praktijk zijn er enkele bol-deelnemers tot maximaal 27 jaar oud, maar de meerderheid is maximaal 21 jaar.
  • De kosten van het genoten onderwijs en begeleiding gedurende het traject worden niet in de kengetallen meegenomen. Het gaat immers om dezelfde soort trajecten, waarvan we het maatschappelijke rendement aan de hand van de kengetallen juist willen toetsen.
  • Bij de berekening van de kengetallen wordt gerekend met de kans op een baan en de kans op geen baan. Om de complexiteit van de berekeningen te verlagen, gaan we ervan uit dat iemand zonder baan een uitkering ontvangt. De mensen die noch een baan noch een uitkering hebben, worden dan onterecht meegeteld. Dit valt echter grotendeels weg uit het maatschappelijk rendement: het geldt immers voor alle persona’s, terwijl die alleen onderling worden vergeleken.

‘Zachte’ effecten

Naast de te berekenen effecten, zijn er ook ‘zachte’ effecten. Deze hebben we niet meegenomen in ons maatschappelijk rendement, maar ze zijn wel van groot belang: voor de individuele deelnemer, de werkgever en de maatschappij. Daarom lichten we er een aantal toe.

Individuele deelnemer

Iedere individuele deelnemer zal het meest direct positieve effecten merken van de projecten van Calibris Advies. Allereerst is dat een verhoging van de economische standaard: een (hogere) opleiding levert immers een betere baankans en een hoger salaris op. Dit leidt financieel tot meer zekerheid en zelfredzaamheid.

Bovendien dragen een opleiding en werk bij aan de persoonlijke ontwikkeling van een individuele deelnemer. Een baan zorgt voor een hogere positie op de sociale ladder en daarmee tot zelfrespect en zelfbewustzijn. In een baan ontwikkelt iemand sociale vaardigheden, terwijl cursussen en trainingen leiden tot een hoger opleidingsniveau.

Daarnaast draagt werk bij aan de gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat werkloosheid negatieve gevolgen heeft voor iemands gezondheid en leefomstandigheden. Door een lager salaris, is er minder geld voor goede zorg. Werklozen voelen zich daarnaast ongezonder dan werkenden.

Werkgever

Ook werkgevers hebben baat bij de projecten van Calibris Advies. De projectresultaten leveren hen voordelen op, zoals beter gekwalificeerd personeel dat een hoger opleidingsniveau heeft. De aansluiting tussen de competenties van werknemers en de beschikbare banen wordt beter, want de beroepsgerichte opleidingen zorgen voor een goede balans in vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Hierdoor wordt het vinden van geschikt personeel eenvoudiger. De projecten van Calibris Advies leiden er ook toe dat er meer mensen met een (relevante) opleiding beschikbaar zijn.

Door samen te werken met Calibris Advies, kunnen werkgevers daarnaast kosten besparen voor werving en selectie.

Maatschappij

De projecten van Calibris Advies hebben ook verdere maatschappelijke, positieve effecten. Opleidingsniveau en werkgelegenheid beïnvloeden grofweg twee belangrijke maatschappelijke factoren, namelijk criminaliteit en zorg.

Criminaliteit

Uit onderzoek blijkt dat er een sterk verband is tussen voortijdig schoolverlaten en criminaliteit. De projecten van Calibris Advies zorgen er dus voor dat criminaliteit af zal nemen. Hiermee dalen ook de kosten die aan criminaliteit verbonden zijn, zoals schade, de inzet van politie en justitie en de re-integratie van veroordeelden.

Zorg

Uit een publicatie van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt een verband tussen opleidingsniveau en de mate waarin iemand van de zorg gebruikmaakt. Mensen met een lagere opleiding zijn over het algemeen ongezonder dan hoger opgeleiden en maken daarom meer gebruik van zorg. Door mensen hoger op te leiden, dragen de projecten van Calibris Advies er dus aan bij dat de zorg minder belast wordt.

Hierbij moet wel aangetekend worden dat hoger opgeleiden langer gebruik maken van de zorg, omdat ze een hogere levensverwachting hebben. Het CPB geeft echter aan dat onderzoek uitwijst dat dit niet opweegt tegen het effect van gezondheidsverschillen. Daarom nemen we die aantekening niet mee in deze notitie.

 

Back To Top